Halverwege Berlijn en Parijs, ter hoogte van Amsterdam ligt Delden. Een schattig oud stadje in het Twentse land met een beroemd kerkje, vlakbij een kasteel. En sinds kort kun je er ook het geluk vinden, met behulp van kunst. In Museum No Hero.
De verf is nog maar net droog, de laatste tekstbordjes hangen, de audiotours hebben verse accu’s. Half april opende Museum No Hero de deuren in een stuk Twents erfgoed, de voormalige rentmeesterij van Twickel. Binnen hangt moderne Duitse kunst, wilde abstracte werken, Haagse School, maar ook oude Chinese werken. Een particulier museum dat er naar eigen zeggen, uitziet als een gewoon museum -Jan des Bouvrie tekende voor het interieur in wit, zwart en rood – maar meer is dan dat. Want Museum No Hero is er om geluk te faciliteren. Een quote van de website: “Kan kunst gelukkig maken? Misschien niet. Maar wij gebruiken kunst als instrument om bezoekers te helpen reflecteren, wortels te zoeken, verbinden, groeien en lief te hebben.” Een ambitie die nieuwsgierig maakt.
Museum No Hero is de thuisbasis van de kunstcollectie van zakenman Geert Steinmeijer, die meer dan 600 werken uit allerlei landen, tijdperken en stromingen verzamelde. Gemma Boon is directeur van het nieuwe museum, met meer dan 600 vierkante meter ruimte voor kunst. “Het museum is een stichting en we hebben de werken in bruikleen van de No Hero foundation. Wij organiseren steeds wisselende tentoonstellingen. En nee, we hoeven niet alleen meer werk uit de de verzameling te laten zien, we kunnen in principe van alles doen.’
Vuig en edgy
No Hero trapt af met drie tentoonstellingen en een collectiepresentatie. ‘Ich Bin Ein Berliner’, met Duitse kunst van rond de val van de muur. Boon: “West-Berlijn was rond die tijd een heel bijzondere plek, met een punkscene en veel vrijheid, onder meer voor homoseksuelen. Ook vandaag de dag nog ademt Berlij nog iets van het edgy, vuige gevoel uit die tijd. Deze tentoonstelling laat zien waar dat gevoel vandaan komt. De tweede expositie draait om de Haagse School. ‘We hebben vooral internationale kunst, maar De Haagse School was in het buitenland erg populair en past zo goed in het concept.’ En dan is er ook ‘Living Colors’, die draait om abstracte kuns. ‘Het bijzondere van deze expositie is, dat we kunstenaars gevraagd hebben stalen te maken bij de werken met dezelfde materialen en structuren. En die mogen de bezoekers aanraken, ruiken, voelen. Zo kun je de werken op een heel zintuiglijke manieer beleven.’ En ten slotte is er een presentatie van de collectie, met Vlaamse, Italiaanse en Chinese kunst in verschillende kabinetten.
Gesprekken en verhalen
Maar hoe zit het dan met dat geluk? Boon: ‘Geluk zit, zo blijkt uit onderzoek, in verbinding, nut en groei. Ons doel is daarom om mensen te verbinden door in gesprek te gaan over kunst. Een gesprek over wat ons bindt, wat ons onderscheidt en over wat we belangrijk vinden. Maar ook over schoonheid, angst of onbegrip. Dat doen we bijvoorbeeld door de werken te verrijken met verhalen, en zo de kijker op een andere manier aan het denken te zetten over kunst. Zo hebben we vijf audiotours, waarmee je de werken steeds door een andere ‘bril’ kunt beleven. Zo is er de bril van de cultuurhistoricus, de verzamelaar, de ander, de filosoof, en eentje speciaal voor kinderen, de bril van jezelf. Met behulp van kunst van over de hele wereld willen we bij No Hero de veelheid aan verhalen met elkaar delen, om ons te laten voelen dat we onderdeel zijn van een groot netwerk van mensen met gedeelde idealen, wensen en dromen.’ Museum No Hero wil zijn bezoekers uitdagen om grenzen te verleggen en nieuwe kennis op te doen. Meer over kunst en kunstenaars leren, bijvoorbeeld, maar ook door mee te doen aan workshops en activiteiten.
No Hero is een van de reeks nieuwe particuliere musea die de laatste jaren in Nederland opduiken, vaak op landgoederen buiten de Randstad. Na Museum MORE (2015) en Voorlinden (2016) opende nóg een privaat museum zijn deuren (van dezelfde, particuliere verzamelaar als MORE: Hans Melchers): Kasteel Ruurlo (2017). En dit jaar gaat naar verwachting ook het Lisser Art Museum van de familie Van den Broek open. Een heuse trend. Net als deze inspirerende collega-musea richt No Hero zich op dagjesmensen, met meer dan kunst alleen. Op het terrein van museum vind je ook mooie tuinen en er is liefde voor de maag op hoog niveau: het museumrestaurant opereert onder de culinaire supervisie van een Michelinchef. Voer voor gelukszoekers.
Boons persoonlijke favoriet onder werk dat nu te zien is, is Der Küss van Rainer Fetting. ‘Een heel expressief beeld met twee zoenende mannen, met in contrast de Berlijnse muur. Het is een beeld van liefde en vrijheid met de wetenschap dat aan de andere kant van die muur dit onmogelijk was. We hebben het ook gekozen als campagnebeeld voor ‘Ich Bin Ein Berliner’ omdat het zo’n krachtig beeld is, met dus een krachtig verhaal op de achtergrond.’
Wie is de onzichtbare held achter Museum No Hero?
Zakenman Geert Steinmeijer is een van de eigenaars van Hartman Tuinmeubelen en bezit een van de 100 grootste particuliere kunstverzamelingen van Nederland. Maar Steinmeijer wil zich daar voorál niet op laten voorstaan. Het moest om de kunst draaien, om de makers, de werken en kijker, niet om de eigenaar, vond deze nuchtere Twentenaar. Als tegengeluid in een tijd waarin verzamelaars door de media als echte helden werden neergezet richtte hij in 2007 de No Hero Foundation op. Hij wilde zijn verzameling met het publiek delen, om samen met de bezoekers van de kunst te kunnen genieten.